De pil van CLW
Enkelen van onze nieuwsbrieflezers zijn in de pen geklommen om De Einder erop aan te spreken dat wij niet meteen ruchtbaarheid hebben gegeven aan wat wij bij wijze van compliment ‘de pil van CLW’ zullen noemen.
Gelukkig zijn dat er weinigen geweest: onze nieuwsbrieflezers lijken zich ervan bewust te zijn dat de vrije beschikbaarheid van een euthanaticum dat voor een paar euro zonder enigerlei beperking door eenieder kan worden aangeschaft een omslag in ons denken over het bewerkstelligen van ‘een goede dood’ (dit is: euthanasie) vereist.
Nederland heeft een euthanasiewet, een wet die tegemoet komt aan de doodswens van mensen met medisch gerelateerd lijden die bij hun arts een verzoek indienen om uit hun lijden te worden verlost. Als de arts weigert, is er de Levenseindekliniek om hun euthanasiewens uit te voeren. Wij zijn hierin geprivilegieerd. In een film over een darmkankerpatiënte in Australië komt aan de orde dat zij haar fecaliën langs haar mond moest uitbraken terwijl de behandelend artsen niets anders konden dan met hun handen in de schoot toekijken.
Zo’n situaties hoeven in Nederland niet meer voor te komen. Wat echter nog niet geregeld is, is dat mensen die – zonder ziek te zijn – aan het leven lijden, gevolg kunnen geven aan hun wens om vredig in te slapen. Het debat hierover (over ‘existentieel lijden dat niet medisch gerelateerd is) wordt door religieuze, politieke en maatschappelijke opvattingen gedomineerd. En wat De Einder graag zou zien, is dat het debat geen religie of wat voor andere externe ideologie dan ook als vertrekpunt heeft, maar dat het innerlijke perspectief van de autonome mens – de mens die zelf over zijn leven beschikt – als uitgangspunt geldt: het is in de eerste plaats aan de mens zelf om te beoordelen of hij moet doorgaan met het leiden van een leven dat hij niet zelf wenst; zijn medemensen (dan wel de maatschappij) kunnen daarbij alleen als spiegel functioneren en mogen niet in de rol vervallen dat zij het voor de ander gaan uitmaken.
De pil van CLW zou hier voor een doorbraak kunnen zorgen – vooropgesteld dat alle mogelijke voorzorgsmaatregelen worden benut om ongewenste bijwerkingen (zoals bijvoorbeeld onherstelbare hersenschade in geval van mislukking) te minimaliseren. Voor wat De Einder ervan begrijpt gaat het om een poeder dat in de industrie een veelheid van toepassingen kent en waarvan het niet of nauwelijks doenbaar is om de verhandelbaarheid ervan aan banden te leggen. Als euthanaticum is het in staat om een relatief snelle en relatief vreedzame dood met geen of weinig gevaar voor anderen te bewerkstelligen. Op de ranglijst van humane zelfdodingsmiddelen komt het, na het middel dat artsen gebruiken om iemand te euthanaseren en na de gassen stikstof en helium, op de derde plaats – aldus de digitale versie van het Peaceful Pill Handboek dat naar verwachting volgend jaar ook in het Nederlands verschijnt.
Onder het voorbehoud dat bij De Einder geen toxicologische kennis aanwezig is die toelaat een gezaghebbende uitspraak te doen over de betrouwbaarheid, schadeloosheid en veiligheid van de substantie waaruit de pil van CLW bestaat, beschouwt De Einder die pil op basis van van CLW afkomstige gegevens als een aanwinst. Het de facto voorhanden zijn van zo’n pil noopt evenwel tot het voorkomen van uitwassen. CLW is daartoe ook al voorzorgsmaatregelen aan het treffen: een half jaar lidmaatschap, levering in een kluis met biometrisch slot, toevoeging van een kleurstof om diegenen voor wie het middel niet bedoeld is alarm te laten slaan, etc.
Waar De Einder aan werkt, is dat alle spelers in het veld op het gebied van het in eigen regie bewerkstelligen van een humane dood de handen in elkaar slaan om dusdanige veiligheidswaarborgen in te bouwen dat aan het bestaansrecht van zo’n pil niet meer kan worden getornd. Dat vereist dat niet over één nacht ijs wordt gegaan. Reden waarom De Einder de publiciteit hierover schuwt en mikt op samenwerking achter de schermen met daarvoor, naast CLW, in aanmerking komende organisaties als NVVE in Nederland en Exit International, de organisatie van Philip Nitschke, auteur van het Peaceful Pill Handbook, in internationaal verband.
Wat betreft het verstrekken van informatie aan hulpvragers over de verkrijgbaarheid van zo’n levenseindepil, daarvan kan in de visie van De Einder alleen in het besloten contact tussen hulpvrager en hulpverlener sprake zijn; mensen die om die informatie niet verlegen zitten, hoeven daarmee niet te pas en te onpas op stang te worden gejaagd zoals er eveneens prudent moet worden omgegaan met andersdenkenden die ‘de eigen regie van de autonome mens’ als provocatie bestempelen.